Ik keek naar Elya. Ze vloog hoog in de lucht, ze was nog enkel een wit stipje. "Elya!" riep ik. Ze hoorde me. Snel kwam ze teruggevlogen. Ik stak mijn arm naar voren. Elya landde. "Kan je voor mij die wolk weg halen?" Elya schudde haar kop. "Nee. Sorry." Fijn. Ze was weer in een chagrijnige bui. Net als ik trouwens. Eigenlijk waren we dat al de hele dag. "Elya, toe!" Ik smeekte het bijna. Maar weer schudde ze haar kop. "Doe niet zo eigenwijs! Je weet best wel dat je je krachten moet trainen!" Elya sloeg haar vleugels uit. Ze sprong op de grond, en precies op dat moment was ze een wolf geworden. Een witte, om precies te zijn. "We moeten geen ruzie maken!" Gromde ze. Ik was kwaad, omdat ze niet wilde luisteren, zij was kwaad omdat ik wilde dat ze me gehoorzaamde. Terwijl ik wist dat ze dat toch niet zomaar zou doen. Ik wierp haar een kwade blik toe. "Elya! Zo gaat het niet werken! We zijn hier gekomen om je krachten te trainen, en dan wil je opeens niet?" Elya gromde naar me. Als ik kwaad was, veranderde ze wel eens in een witte wolf of tijger. "Goed, goed! Ik geef je wel een tip, luister er een keer naar. Zal je goed doen!" Ze sprong in de lucht en veranderde snel weer in een sneeuwuil, klapte haar vleugels uit en landde weer op mijn arm. "Wat is die tip dan?" Ze lachte op een irritante manier. "Dat je eens wat vriendelijker moet zijn!" Ik zuchtte. Elya was mijn beste vriendin, maar we konden elkaar niet troosten als we verdrietig waren, we konden elkaar niet kalmeren als we chagrijnig of kwaad waren. Als ik kwaad was, was Elya agressief. Als ik vrolijk was, was Elya dat ook. Als Elya verliefd was, nouja... Laten we het daar niet over hebben.
Elya keek op. "Wat is er?" Vroeg ik. "Er komen anderen aan. Ik ga kijken wie." Voordat ik iets kon zeggen was ze vertrokken. Een eindje verderop dook ze omlaag, even was ik bang dat ze de anderen zou aanvallen. Maar dat deed ze niet. Ik zag haar landen bij iemand in de buurt. Maar ik kon niet zien wie. Elya zou het me wel komen vertellen.
Eigenlijk bleef ze te lang weg. Ik verloor mijn geduld en rende naar de plek waar ze was geland.